Papieren groene kaart
Het systeem van de groene kaart werd in 1949 in het leven geroepen in Europa. Het moest er voor zorgen dat slachtoffers van een verkeersongeluk niet de dupe werden als dit ongeluk veroorzaakt werd door een automobilist uit het buitenland. Als vakantieganger in Europa moest je vanaf nu dus altijd een papieren ‘groene’ kaart bij je hebben met daarop de belangrijkste verzekeringsinformatie om aan te kunnen tonen dat je auto verzekerd was. Bijkomend voordeel was dat je tijdens je vakantie in het buitenland geen aparte autoverzekering meer hoefde af te sluiten.
Blauw, geel, en roze
De originele vraag van dit blog was eigenlijk: waarom is de groene kaart eigenlijk groen? Helaas hebben we dat niet kunnen achterhalen. Zeker is wel dat je nog veel meer verschillende kleuren kaarten hebt als autoverzekeringsbewijs. In Zuidoost-Azië heb je een blauwe kaart, in Oost-Afrika is hij geel en in Centraal Afrika roze.
Per se groen?
In veel Europese landen is de groene kaart inmiddels allang niet meer verplicht. Dit geldt voor alle EU landen, met uitzondering van België. Daarnaast is de kaart ook niet nodig in Andorra, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. Maar ook al is hij in deze landen niet verplicht, we raden je wel aan om de groene kaart altijd mee te nemen. Gelukkig hoeft dat geen groen papiertje meer te zijn. Je kunt ook gewoon een foto nemen of een digitale versie gebruiken die je bijvoorbeeld kunt vinden in Mijn Ditzo.
Wel verplicht
Landen waar je nog wel echt een originele groene kaart nodig hebt zijn: Albanië, België, Bosnië en Herzegovina, Israël, Macedonië, Marokko, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Rusland, Servië, Tunesië, Turkije en Wit-Rusland. En ga je met de caravan op vakantie? Dan heb je in Duitsland, Spanje en Polen een aparte groene kaart nodig voor caravans zwaarder dan 750 kg.